Hoe het hart klopt
Ons hart is uniek: nog tijdens ons verblijf in de baarmoeder, begint het hart spontaan te slaan. Ongeveer vanaf de 10e week van de zwangerschap is de hartslag bij de foetus merkbaar. Verantwoordelijk hiervoor is een zogenaamde prikkelgeleidingssysteem, het “ontstekingsmechanisme" van onze "hartmotor”.
Sinusknoop als gangmaker van het hart
Het prikkelgeleidingssysteem van ons hart kan worden gezien als een elektrische bedrading in het hart, een ingewikkeld netwerk van speciale cellen die zich in de wand van de rechter boezem bevinden. Deze verzameling cellen noemen we de sinusknoop. De sinusknoop is de gangmaker van het hart. Hij geeft aan hoe vaak het hart per minuut slaat. Bij gezonde mensen is dat in rust ongeveer 60 tot 70 keer per minuut.
Elektrische prikkels doen het hart samentrekken
Elke keer ontstaat daarbij in de sinusknoop, een elektrische prikkel. Die prikkel verspreidt zich vervolgens eerst naar de AV-knoop en wordt daarna verder in het hart verspreid. AV betekent atrioventriculair ("Atrium" (A): atrium, "ventrikel" (V): ventrikel), de AV-knoop ligt tussen het rechter atrium en rechter ventrikel. Het hart trekt door de elektrische prikkeling samen en kan zo het bloed naar het lichaam pompen.
Ons hartritme wordt volledig autonoom geregeld
De hartslag wordt zodanig gecoördineerd, dat de grote en de kleine bloedsomloop perfect op elkaar afgestemd zijn en alle organen voldoende doorbloed raken. Het prikkelgeleidingssysteem werkt onafhankelijk: we kunnen dus niet bewust beïnvloeden wanneer of hoe vaak ons hart klopt. Het hartritme functioneert als het ware onafhankelijk van onze wil, het hart klopt "autonoom". Dat systeem zorgt er ook automatisch voor dat onze hartslag wordt aangepast tijdens lichamelijke inspanning, bij het sporten, in rust of tijdens onze slaap of bij emotionele spanning. Een en ander wordt mede beïnvloed vanuit ons centrale zenuwstelsel.