Acute en chronische pijn
Pijn is een onaangename zintuiglijke waarneming. Net zoals de mens warmte, koude of een beroering ervaart, zo neemt hij ook pijn waar. Acute pijn is een teken van het lichaam, dat er op dat moment iets mis is. Zo kan pijn bijvoorbeeld op interne of uiterlijke verwondingen duiden, of op ziekten van de meest uiteenlopende aard.
Niet elke pijn is van eenzelfde soort
In principe kan pijn zich plotseling voordoen (acute pijn) of zich gestaag ontwikkelen, doorgaans langer aanhouden en terugkeren (chronische pijn). Bij acute pijn is de oorzaak meestal gemakkelijk op te sporen en kan de betrokken persoon of een arts die gericht behandelen. Daarbij kan het gaan om een acuut voorval, bijvoorbeeld een verwonding. Acute pijnen kunnen echter ook zonder aanwijsbare oorzaak plotseling en kortdurend optreden, bijvoorbeeld in de vorm van een stekende hoofdpijn.
De waarschuwende functie van pijn
In gevaarsituaties gaat pijn doorgaans gepaard met een waarschuwende en afwerende reflex. Raak je bijvoorbeeld met je hand een hete ketel aan, dan activeert dat niet alleen de warmtereceptoren van je huid, maar ook de pijnreceptoren. Die sporen je in een fractie van een seconde aan om je hand van de hete ketel te verwijderen om ernstig letsel te voorkomen.
Chronische pijn mist waarschuwende karakter
Houdt de pijn echter langere tijd aan, dan kan die zijn waarschuwende karakter verliezen en zich ontwikkelen tot een op zichzelf staande aandoening. We spreken dan van chronische pijn. In dat geval heeft het lichaam gedurende langere tijd een soort van “pijngeheugen” ontwikkeld. Dat houdt in dat de betrokkene permanent pijn ervaart. De termijn waarbij pijn door artsen als chronisch wordt aangemerkt, ligt bij drie maanden. Ongeveer een op de vijf patiënten die een huisarts raadpleegt, lijdt aan chronische pijnen. Rugpijn en gewrichtspijnen behoren tot de meest voorkomende klachten.
Pijn niet altijd fysiek bepaald
Pijn heeft niet altijd een lichamelijke oorzaak. Soms komt ook uit het verloop van een psychische stoornis (zoals een depressie) een pijngevoel voort, maar dat is dan meer op psychologische factoren terug te voeren. En omgekeerd kunnen aanhoudende pijnen kan ook leiden tot een depressie.
Fantoompijn
Een speciaal soort pijn is ook zogenaamde "fantoompijn". Die kan na amputatie van ledematen optreden. De patiënt voelt daarna bijvoorbeeld pijn in een been, een been dat echter geamputeerd werd. Hetzelfde fenomeen doet zich ook “korter bij huis" voor: mensen met een volledige tandprothese (
kunstgebit), die toch kiespijn ervaren.
Het gebruik van pijnstillers
Zowel acute als chronische pijn vereisen vaak pijnbestrijding. Bij lichte pijn komen pijnstillers als
paracetamol, aspirine , ibuprofen, diclofenac en naproxen in aanmerking. Voor heviger pijnen, zal de arts ook pijnstillers voorschrijven die bekend staan als narcotica-middelen, zoals bijvoorbeeld morfine of tilidine. Narcotica zijn in de
wereld van de anesthesie gebruikte "verdovende medicamenten, die gepaard gaan met een vergaande uitschakeling van bewustzijn, pijngevoel, afweerreflexen en spierspanning".