Een nieuw stelsel van studiefinanciering
Begin 2014 heeft het kabinet Rutte samen met een aantal gedoogpartners een alternatief voor de studiefinanciering gepresenteerd. Als uitgangspunten werden daarbij onder andere geformuleerd: "Het is niet rechtvaardig dat de bakker moet meebetalen aan de studie van de advocaat" en "Het is doelmatiger om onderwijsgeld te steken in kwaliteitsverbetering in plaats van levensonderhoud van studenten. Deze en andere overwegingen hebben ertoe geleid dat voor het studiejaar 2015/2016 een nieuw stelsel van studiefinanciering zal gelden.
Studiefinanciering vanaf 2015
Het nieuwe stelsel van studiefinanciering zoals dat vanaf september 2015 gaat gelden, kent een drietal kernpunten:
- invoering van een studielening in de vorm van zogenaamd studievoorschot en geldend voor alle studenten;
- voortzetting van de vertrouwde studiebeurs (gift) uitsluitend voor jongeren wiens ouders minder dan modaal verdienen;
- behoud van de OV-kaart zodat reiskosten voor de student geen belemmering hoeven te vormen in de keuze voor een studie of stageplek.
Invoering van een sociaal leenstelsel
Tot 2014 werd het grootste deel van de studie opgebracht door de belastingbetaler: de staat droeg gemiddeld € 6.500 per jaar per student bij. Maar voor een klein deel betaalden studenten zelf aan hun studie mee. Terwijl iedereen in aanmerking kwam voor een basisbeurs, kunnen studenten in het nieuwe stelsel van studiefinanciering tegen zeer sociale voorwaarden een
lening afsluiten. Maar zoals bij veel nieuwe dingen in het leven, zijn er uiteraard ook voor zo'n sociaal leenstelsel
argumenten voor en tegen aan te voeren. Overigens stond de basisbeurs al langer onder druk. De eerste plannen voor afschaffing dateren al van 2003 (Willem Vermeend) en zijn partijgenoot minister Plasterk wilde de basisbeurs in 2007 ook al afschaffen, maar de plannen haalden het toen nog niet.
Zorgvuldiger inzet publieke middelen
De nieuwe opzet van studiefinanciering past overigens zeer goed in het streven van het kabinet om zorgvuldiger om te gaan met de inzet van publieke middelen. Wie herinnert zich niet de commotie in 2012 rondom de
langstudeerboete? En ja, er waren zelfs studenten die er een sport van maakten om te
verdienen aan hun studieschuld. Eerder in 2014 was door het kabinet Rutte overigens al een verbeterde opsporing en invordering aangekondigd om zo de pakkans bij misbruik van studiefinanciering te verhogen.
Aflossing van de studielening
Studenten hoeven zich volgens de plannenmakers geen al te grote zorgen te maken over het terugbetalen van het voorschot. Afgestudeerden zullen niet meer dan 4% van hun inkomen kwijt zijn aan de afbetaling van hun studielening. Naar verwachting lost men na de studie per jaar gemiddeld 1% van zijn inkomen af. Daar komt ook nog bij dat men er straks 35 jaar over mag doen (voorheen 15 jaar).
Ongeacht of u nog heeft gestudeerd onder het ouder regime of dat voor u straks het nieuwe regime zal gelden, iedereen vindt in onderstaande artikelenreeks wel iets van zijn gading.