Welke functie heeft bloed en hoe is de samenstelling?
Bloed vervult veel noodzakelijke functies in het lichaam: transport van zuurstof en voedingsstoffen, verdediging tegen ziekteverwekkers, bloedstolling en warmtegeleiding. Bloed is voor de mens van levensbelang en kan alleen door het lichaam zelf worden aangemaakt. Bloedonderzoek in het laboratorium kan een verscheidenheid aan ziekten aantonen. In de aders is enige druk nodig om het bloed vooruit te laten stromen. Twee elementen zorgen voor die bloeddruk: de pompfunctie van het hart en de weerstand in de vaatwanden. Te hoge bloeddruk is in de huidige samenleving een groot probleem. Helaas wordt bloed in de topsport ook gemanipuleerd en ingezet bij dopingpraktijken. Afhankelijk van grootte en gewicht stroomt bij gezonde volwassenen ongeveer 4,5 tot 6 liter bloed door de aderen. Dat komt overeen met 7 à 8% van hun lichaamsgewicht. We kunnen een bepaalde hoeveelheid bloedverlies compenseren. Maar vraag is of bloedverlies dat spontaan optreedt, zonder verwonding, al dan niet onschuldig is.
Wat is bloed en waarvoor is het nodig?
Bloed is een lichaamsvocht dat veel levende cellen en kleine deeltjes bevat.
- het transporteert zuurstof en voedingsstoffen naar alle weefsels en organen in het lichaam;
- het beschermt tegen ziekteverwekkers ;
- bloed reguleert de lichaamstemperatuur.
Bloed is onvervangbaar. Ondanks intensief onderzoek is het nog niet mogelijk geweest om op kunstmatige wijze gezonde bloedcellen te produceren.
Samenstelling van het bloed
Onvermoeibaar pompt ons hart het bloed door het lichaam. Maar waarom? Waar heeft ons lichaam het bloed voor nodig? Uit welke componenten bestaat het? De juiste samenstelling van het bloed is een belangrijke voorwaarde voor het welzijn van de mens. Bloed bestaat voor ongeveer 60% uit
bloedplasma, een geel-witte vloeistof, die voornamelijk uit water en diverse eiwitten, zouten, sporenelementen en vitaminen is samengesteld. Het bloedplasma speelt ook een belangrijke rol bij verwondingen en operaties. Het zorgt ervoor dat het bloed stolt als je je bijvoorbeeld hebt gesneden. Ongeveer 40% van het bloed bevat cellen, de zogenaamde
bloedcellen. Er zijn drie soorten bloedcellen die in verschillende hoeveelheden in het bloed voorkomen en die verschillende taken vervullen:
- rode bloedcellen;
- witte bloedcellen;
- de bloedplaatjes.
De rode bloedcellen
De rode bloedcellen geven het bloed de rode kleur. Hun taak is het om onze organen van zuurstof te voorzien. Ze absorberen de zuurstof die we inademen vanuit de longen. Van daaruit verspreiden ze het door het hele lichaam. Want alle organen hebben zuurstof nodig om te kunnen functioneren.
De witte bloedcellen
De witte bloedcellen zijn voornamelijk verantwoordelijk voor de verdediging tegen ziekten. Ze nemen het op tegen
bacteriën en
virussen als die ons lichaam binnendringen. Als we bijvoorbeeld verkouden zijn, produceert ons lichaam meer witte bloedcellen.
De bloedplaatjes
De bloedplaatjes helpen het plasma om het bloeden te stoppen. Als we gewond zijn, vormen ze een prop bloed, een soort bloedstolsel dus. Dat sluit de wond af en voorkomt dat je bloed verliest.
Bloedverlies en bloeddonatie
Soms gebeurt het dat mensen veel bloed verliezen, bijvoorbeeld bij een ongeluk. Dan moet er bloed van een bloeddonor worden bijgezet:
- op een totaal van 5 tot 6 liter bloed, mis je pakweg 3/4 liter niet (Van bloeddonors wordt ongeveer 0,5 liter gevraagd);
- verlies van 1,5 liter leidt tot dorst en verzwakking, de ademhaling versnelt, de persoon voelt angst;
- vanaf twee liter bloedverlies voel je je verward, duizelig en verlies je uiteindelijk het bewustzijn;
- Als het bloedverlies erg groot is, kan dat leiden tot een shock en uiteindelijk tot de dood.
Bij een bloeding kan er bloed uit het lichaam weglekken of binnen in het lichaam wegvloeien (inwendige bloedingen). Als zo’n
inwendige bloeding dicht bij de oppervlakte van de huid plaatsvindt, vormt zich vaak een blauwe plek.
Wat kunnen ze zien bij een bloedonderzoek?
Vaak willen artsen een bloedbeeld verkrijgen om een diagnose te stellen of zelfs voor een routinecontrole. Een bloedtest is een belangrijk en onmisbaar hulpmiddel voor de arts om de gezondheidstoestand van de patiënt te beoordelen. Veel ziekten laten al in het beginstadium sporen na in de bloedbaan en kunnen belangrijke informatie voor de behandeling opleveren. Vooral infecties kunnen vaak op die manier worden opgespoord. Er zijn verschillende waarden die tijdens deze bloedtest kunnen worden verzameld. Zo kan bij een bloedonderzoek in het laboratorium specifiek aandacht worden gevraagd voor zaken als:
- lever;
- hart;
- nieren;
- bloedzouten (elektrolyten);
- schildklier;
- prostaat (PSA);
- bloedsuiker;
- bloedstolling;
- reumatische aandoeningen;
- immuunsysteem (acute en chronische infecties);
- speciale ziekteverwekkers.
Was je bij de dokter en werd er bloed afgenomen en naar het laboratorium gestuurd om bepaalde bloedwaarden te bepalen? Voor sommige patiënten begint dan het bange wachten.